Informatiepaneel type 'Kleine zilverreiger'

Het haventje of Stet

Historische plek

Tot de achtste eeuw kwam vanuit het westen de zee nog regelmatig binnen bij Egmond en vanuit het zuiden was er nog een uitmonding van het Oer-IJ. Toen de duinen zich vormden verzandde het gebied en bleef er lange tijd een moeras over dat nog regelmatig overstroomde. Zo ontstonden de Egmonder- en Bergermeren. Tot het gebied in 1564 werd drooggemaakt door graaf Lamoraal van Egmond. De vaarten zijn gegraven in de oude erosiegeulen. Ook de Egmonder-binnenvaart ligt in zo’n oude erosiegeul en werd een belangrijke verbinding tussen de abdij en Alkmaar.

Haventje

Bij het voormalige haventje heeft Buro NIV een informatiepaneel geplaatst (type ‘Kleine zilverreiger’). Het is vermoedelijk al gebruikt voor aanvoer van de stenen voor de bouw van de abdij aan het eind van de tiende eeuw. Vanaf de zestiende eeuw is het haventje gebruikt als schulpstet, een laad- en losplaats voor de schelpenvisserij. De schelpenvissers visten hun schelpen op aan de vloedlijn van de Noordzeestranden en brachten dat met paard en wagen naar het stet. De dorpelingen verdienden zo een (karig) inkomen. Met platte schuiten werden de schelpen vervoerd naar de kalkbranderijen. Hier werden de schelpen gebrand tot schelpkalk voor specie, om te metselen. Deze branderijen, ook wel kalkovens genoemd, kwamen vooral voor in de Egmondermeer, een gebied tussen Egmond aan den Hoef en Alkmaar.

Meer weten? Neem contact op